Afgelopen dinsdag begon de competitie weer voor ons vlaggenschip in de regionale competitie. Op volle oorlogssterkte, weliswaar zonder Jerrel, maar mét Stijn, verschenen we aan de start.
Stijn speelde op bord 1 met wit tegen een opening die hij zelf ook met zwart speelt, maar deed toch lang over de zetten. Ach ja, we zijn er inmiddels aan gewend.
Rob had een oude liefde, de Grünfeld uit de mottenballen gehaald. In een theoretische variant werden de zwartveldige lopers al snel geruild. Wit kreeg de thematische gedekte vrijpion op d5, en zwart stelde daar een mooi blokkadeveld met kans op breekzetten voor terug.
Op bord 3 trok Marco al snel ten strijde met g4/h4. Zijn tegenstander begon een aanval op de andere vleugel, waarna tot dameruil besloten werd. Daarna is het altijd de vraag wat zwaarder weegt: de actievere stukken, of de (te?) ver opgeschoven pionnen.
Frans belandde via zetvolgorde in een Maroczy structuur. Hij nam al gauw het initiatief over met een snel e5 gevolgd door f5. Dit leidde tot een halfopen g-lijn tegen een kort gerokeerde koning. Het enige nadeel was een achtergebleven pion op d6.
Bart en zijn tegenstander speelden een symmetrische opening, waarin de spanning in het centrum uiteindelijk resulteerde in een geïsoleerde d-pion, waar misschien iets actievere stukken tegenover stonden.
Op bord 6 kreeg Atze met zwart 1.f4 gevolgd door een Stonewall-opzet tegen zich. Hij speelde gewoon een gezonde opening, waarna wit veel moeite deed om een paard op e5 te krijgen via f3 en d3. Na zwarts f6 deden ze echter weinig, al had wit wel wat vage kansen op koningsaanval.
Hendrik, die net terug was van het NATO-schaaktoernooi in Berlijn, ruilde al snel dames. Hij had een licht ruimtevoordeel, al had zwart uitzicht op een mooie buitenpost voor zijn paard op d4.
Tony had op bord 8 al snel de e-pion van zijn tegenstander geïsoleerd. Daarna was het vooral de vraag of deze pion zwak was, of dat de halfopen f-lijn in wits voordeel was. Zwart pakte wel veel ruimte op de damevleugel.
De score werd geopend door Hendrik, die met remise genoegen nam in een stelling die nog in balans was. Tony had de e-pion van zijn tegenstander inderdaad gewonnen, maar offerde in het overgebleven eindspel van toren, toren en loper maar liefst twee pionnen terug om de actievere stukken te krijgen. De loper op e4 en torens op de tweede rij bleken al gauw te veel voor de witte koning; 0.5-1.5 dus. Marco voegde hier al gauw een punt aan toe. Zijn actievere stukken hadden hem een pluspion en ruimtevoordeel opgeleverd. Na wat martelzetten van onze man vond zijn tegenstander het welletjes. Stijn (bij wie de opening ongeveer klaar was toen Tony zijn punt mocht noteren), had wat druk op de zwakke e-pion gekregen, maar cashte te snel in. De afwikkeling bracht hem niets meer dan een toreneindspel met een pion minder, wat gelukkig eenvoudig de keepen was, 1-3. Frans wist veel druk over de g-lijn te creëren in combinatie met een loper op c6, maar het was niet genoeg om er doorheen te komen. Er werd afgewikkeld naar een toreneindspel dat al gauw remise werd gegeven. Ook Bart voegde hier een halfje aan toe. Hij was in een ongelijke loper-eindspel beland met een pion minder, maar is geen moment in gevaar geweest. De matchwinnaar was Atze. Na het neutraliseren van eventueel gevaar op de koningsvleugel had hij een eindspel van paard tegen loper gekregen, dat alleen hij nog kon winnen. Wit overspeelde zijn hand, en dat leverde Atze het stuk op, maar toen hij het verkeerde plan koos in tijdnood kreeg wit daar twee verbonden vrijpionnen voor terug. In tijdnood volgde er nog een onreglementaire zet en een hoop hartverzakkingen, maar de partij eindigde uiteindelijk wonder boven wonder toch in remise. Rob was het langst bezig, en had het in een zeer thematische partij lang geprobeerd, maar tekende uiteindelijk toch de vrede. Al met al een terechte 3-5 overwinning zonder nederlagen, een prima start dus!
Jelle
Als interim-teamleider mocht ik de taken van Peter Gaemers waarnemen op het moment suprême, de kampioenswedstrijd tegen Philidor Leiden II. Klaarblijkelijk had hij het team de afgelopen maanden dusdanig goed geprepareerd, dat ik tijdens de wedstrijd nauwelijks moeilijke beslissingen hoefde te nemen. Weliswaar waren er een aantal mensen die mij van mijn stuk probeerden te brengen, daarover later meer.
In volgorde van uitslagen neem ik u mee door de wedstrijd, waarbij we starten met Thomas de Ruiter. Met zwart koos hij voor een verkeerd plan in het Nimzo-Indisch en werd langzaam weggespeeld door zijn tegenstander die alleen maar gezonde ontwikkelingszetten deed. Thomas werd gedwongen de druk te verlichten doormiddel van stukkenruil en tactische grappen. De eerste de beste truc was meteen raak. Eén onachtzaamheid koste een stuk en de partij. Een onverwachte voorsprong: 1-0.
De voorsprong werd geconsolideerd door Michaël van Liempt. Met wit verkreeg hij al snel een positionele plus in het Spaans tegen een tegenstander die een uitstekend seizoen achter de rug heeft. Stiekem had ik al na een zet of 8 een punt geteld, omdat Michael zich als een vis in het water voelt in dit soort stellingen. Hij koos ervoor om de dames te ruilen, waarna zijn tegenstander het loperpaar kreeg in ruil voor een mindere pionnenstructuur. Helaas bleek het voordeel met deze beslissing als sneeuw voor de zon te zijn verdwenen. Michaël koos na het raadplegen van de andere borden voor een snel halfje: 1½ - ½.
Alexander Cupido was de eerste die mij van mijn stuk probeerde te brengen. Hij verkreeg met wit al snel een stelling die hem op het lijf geschreven is. Een open stelling in het centrum, stukkenspel met tactische mogelijkheden. Zijn tegenstander durfde niet te rokeren, maar een koning in het centrum was ook geen goed idee. Met eenvoudige middelen verkreeg hij een gewonnen stelling, met de mogelijkheid om middels een mooie truc de partij af te ronden. Dit duurde zo lang, dat ik begon te twijfelen of hij de winnende 24. Td8+!! wel zag. Na de remise van Michaël voerde hij deze zet snel uit en gaf als verklaring dat hij het Ajax-scenario van een 2-0 voorsprong wilde voorkomen: 2½ - ½.
Daarna duurde het een lange tijd voordat de volgende uitslagen volgden. Deze tijd werd benut om mijn vaardigheden als teamleider te testen. Rob was druk bezig om het hele repertoire van Alizeé te repeteren. Intussen probeerde hij mij te overtuigen dat Jelle de opening niet helemaal correct had gespeeld en mishandelde zelf ‘de Modern/het Konings-Indisch’. Stijn was na anderhalf uur spelen al in tijdnood gekomen en stond verloren. Roel moest ook verdedigen en bij Jelle was de winst eveneens ver weg. Alleen Frans leek koelbloedig zijn partij af te maken. De teamleider van Philidor had dat door en maakte mij er attent op dat 4-4 genoeg was voor beide teams. Uiteraard was ik daarvan op de hoogte, maar moest ik zomaar 2 of 3 spelers laten verliezen? Bovendien, aan wie moest Erik van Dop de bloemen dan gaan geven? Ik besloot om geen actie te ondernemen.
Rondom de tijdscontrole klaarde de lucht. Frans Hoynck had zijn tegenstander overspeeld en stond drie pionnen voor. Toen hij middels een prachtige krachtzet al het tegenspel van zijn tegenstander ontzenuwd had, was het afgelopen: 3½ - ½.
In tegenstelling tot wat Rob aangaf, was Jelle Bulthuis prima uit ‘Roelvariant’ van het Frans gekomen. Deze opening was onderwerp geweest van een trainingssessie en leverde Jelle eenvoudig een pion op. Zijn tegenstander liet het er echter niet bij zitten en haalde alles uit de kast om het dubbeltoren eindspel te keepen. Hoewel Jelle risicoloos op winst kon blijven spelen, kon hij na de winst van Frans het beslissende halfje binnen halen: 4-1 en het kampioenschap was binnen!
Opnieuw kwam de teamleider naar me toe met de opmerking dat een kleine nederlaag voor hen vermoedelijk ook voldoende zou zijn. Hoewel ik het Philidor gunde dat ze degradatie zouden ontlopen, vond ik het te ver gaan om twee spelers te laten verliezen, zodat zij erin zouden blijven.
Gelukkig deed Rob van Helvoort wat de tegenstander verlangde, namelijk verliezen. Lang maakte ik me geen zorgen, hoewel hij niet voor de scherpste opzet koos. Een halfje moest wel haalbaar zijn. Helaas had zijn tegenstander geslapen met een engine onder z’n kussen, want de ene na de andere krachtzet volgde elkaar in rap tempo op. Alle dreigingen van Rob werden vakkundig gepareerd, waarna hij z’n vrijpion naar de overkant loodste. Dit koste Rob een stuk en de partij: 4-2.
Bij Stijn Gieben liep het heel anders. Hij kwam straal verloren uit de opening, maar zijn tegenstander verzuimde om het af te maken. Na een tactische fase kreeg Stijn 2 lichte stukken en een toren tegen een dame en een handvol pionnen. Vakbekwaam bracht hij langs de rand van de afgrond een halfje binnen: 4½ - 2½.
En dan Roel Leezer. Vanuit het Frans stond hij de hele partij beduidend minder. Rond de tijdcontrole kwam zijn tegenstander met een sterk schijnoffer op de proppen, maar het liep allemaal met een sisser af. Na een complexe manoeuvreerfase ontstond er een toreneindspel met een pion minder. Aangezien zijn tegenstander verzuimde om de partij naar zich toe te trekken, kreeg ik een ‘walk down memory lane’. Drie jaar geleden speelden we in dezelfde zaal tegen Oegstgeest. Ook toen stond Roel met een stuk achter compleet verloren en sprak hij de befaamde woorden. ‘Ik sta gewonnen, mijn tegenstander weet niet hoe hij moet winnen en ik wel.’ Dat was ook nu weer van toepassing. Roel gooide zijn vrijpion naar de tweede rij, terwijl zijn koning de witte pionnen één voor één oppeuzelde. Dat was te veel van het goede: 5½ -2½.
Of het echt allemaal zo soepel verliep als dat ik nu schrijf? Een goede scorebordjournalist zou zeggen: “Ja”. Een onderzoeksjournalist zou zeggen “Nee”.
Na een heel jaar zwoegen, een hoop pijn en moeite, kwam het er dan vanavond, 16 april 2019, op aan. Vandaag konden wij als Rijswijk 4 laten zien dat we promotie verdienden naar de derde klasse, en dat moest gebeuren tegen de Scheve Toren. Overigens een anekdote uit de oude doos: ik heb zelf ooit nog voor de Scheve Toren gespeeld, in een ver, ver verleden – we hebben het hier over de vorige eeuw. (Ik ben in Pijnacker geboren, vandaar). Ik mocht dus helpen om het vonnis te vellen tegen mijn oude club. Overigens heb ik geen nostalgische gevoelens voor de Scheve Toren, dus ik kon zonder medelijden aan deze partij beginnen. Toen ik binnenkwam werd ons medegedeeld dat de Pijnackeraars op kwamen dagen met maar liefst vijf hele spelers (we spelen met zes borden, jongens…), en derhalve kregen we dus al een punt cadeau. Onze teamcaptain Peter Ketting hield zich derhalve afzijdig en we schoven allemaal een bord terug… of nou ja, dat was het plan, maar we kwamen in een fantasieopstelling terecht. We hadden namelijk Jan Kommer op bord 2 geplaatst (het eerste bord was leeg). Jan speelde met wit zijn gebruikelijke Konings-Indische aanval. Ik heb weinig van deze partij meegekregen, helaas, maar heb kunnen zien dat Jan uiteindelijk wat pionnetjes achterkwam en kansloos verloor tegen een tegenstandster met een rating van ongeveer 1750. Geen schande dus, maar dat was ook onderdeel van onze tactiek – de punten moesten van de andere borden komen. Hierdoor werd het dus 1-1. Valerie speelde op bord 3 een hele goede partij waarin ze al snel een dodelijke aanval kreeg en materiaal won en het glansrijk afmaakte. Valerie haalde daarmee snel het volgende punt binnen en dat leverde een 2-1 tussenstand op. Op de andere borden was het ook voorspoedig: Sebastiaan stond een kwaliteit voor, Roelof brak door op de koningsvleugel en ik kwam goed uit de opening. Op bord 5 speelde ik zelf, tegen een tegenstander van ongeveer 1450 die om de een of andere reden op bord 5 was geplaatst. Ik debuteerde mijn Taimanov-Siciliaan in de externe (ik ben overgestapt van de Caro-Kann naar de Taimanov als respons op e4), en mijn tegenstander vond het wel een goed idee om op zet 5 van de Taimanov op c6 te slaan. Ik zei bedankt en verkreeg zo veel controle over het centrum; ik kon zelfs d5 spelen in deze Siciliaan! Ik bouwde mijn partij goed op, maar uiteindelijk kon ik door de uitvoering er net geen voordeel uit halen (alhoewel ik de hele partij wel iets beter stond), en kreeg remise aangeboden. Ik nam dit remiseaanbod aan, wetende dat Sebastiaan en Roelof beter stonden en ik zelf wat achter stond in tijd (jullie lezen het goed). Wellicht had er meer in gezeten, maar dit was een halfje voor het team. Analyse achteraf leerde dat de eindstelling vrij complex was en het remiseaanbod aannemen dus te billijken was. Alles voor het kampioenschap! Op bord 4 stond Sebastiaan inmiddels veel materiaal voor, maar om het kampioenschap binnen te halen was een gelijkspel nodig en dus bood Sebas remise aan, wat de tegenstander uiteindelijk aannam: 3-2. Dit bezegelde het kampioenschap) Roelof liet op bord 6 nog na snel de winst te pakken, maar na veel puffen, zuchten en kreunen (ondanks dat we al kampioen waren) zette hij de kers op de spreekwoordelijke taart en bezorgde ons de 4-2 overwinning. Het moge duidelijk zijn dat Rijswijk 4 met de versterkingen van dit seizoen een goed resultaat heeft geboekt door hoger geachte teams qua rating achter zich te laten. Zelfs de reglementaire 6-0 overwinning van Voorburg kwam te laat; zij eindigen als tweede achter ons. De Scheve Toren wordt derde, vierde is dan DSC en Wassenaar eindigt onderaan. Het kampioenschap betekent ook dat wij verzekerd zijn van promotie naar de derde klasse, waarin we met acht spelers aan zullen treden volgend jaar. Het is dan te hopen dat we een goed team samen kunnen stellen waarmee we in de derde klasse degradatie kunnen ontlopen. Uiteindelijk kunnen we voor Rijswijk 4 spreken van een zeer succesvol jaar, waarin we niet bepaald verwachtten om kampioen te worden, maar dat gaandeweg uiteindelijk wel duidelijk werd dat dat binnen onze mogelijkheden lag. Er rest me dan ook niks anders om alle succesvolle leden van dit team te bedanken voor hun inzet, ook de invallers die hebben gespeeld in dit team: kapitein Peter Ketting, Sebastiaan Ketting, Valerie Janssen, Roelof van Marle, Jan Kommer, Mireille Rubert en de invallers Wim Veerkamp en Yuri Hauser. Zonder jullie was dit huzarenstukje niet gelukt! Ik verwacht nog een stukje te schrijven over het algehele seizoen voor het clubblad. Hierin worden de wedstrijden nader bekeken. Een wetenswaardigheidje verklap ik echter alvast: onze topscorer is Valerie met 5 uit 6! Ik groet u vanuit Rijswijk, Joanna van Schaïk.
Na een heel jaar zwoegen, een hoop pijn en moeite, kwam het er dan vanavond, 16 april 2019, op aan. Vandaag konden wij als Rijswijk 4 laten zien dat we promotie verdienden naar de derde klasse, en dat moest gebeuren tegen de Scheve Toren. Overigens een anekdote uit de oude doos: ik heb zelf ooit nog voor de Scheve Toren gespeeld, in een ver, ver verleden – we hebben het hier over de vorige eeuw. (Ik ben in Pijnacker geboren, vandaar). Ik mocht dus helpen om het vonnis te vellen tegen mijn oude club. Overigens heb ik geen nostalgische gevoelens voor de Scheve Toren, dus ik kon zonder medelijden aan deze partij beginnen. Toen ik binnenkwam werd ons medegedeeld dat de Pijnackeraars op kwamen dagen met maar liefst vijf hele spelers (we spelen met zes borden, jongens…), en derhalve kregen we dus al een punt cadeau. Onze teamcaptain Peter Ketting hield zich derhalve afzijdig en we schoven allemaal een bord terug… of nou ja, dat was het plan, maar we kwamen in een fantasieopstelling terecht. We hadden namelijk Jan Kommer op bord 2 geplaatst (het eerste bord was leeg). Jan speelde met wit zijn gebruikelijke Konings-Indische aanval. Ik heb weinig van deze partij meegekregen, helaas, maar heb kunnen zien dat Jan uiteindelijk wat pionnetjes achterkwam en kansloos verloor tegen een tegenstandster met een rating van ongeveer 1750. Geen schande dus, maar dat was ook onderdeel van onze tactiek – de punten moesten van de andere borden komen. Hierdoor werd het dus 1-1. Valerie speelde op bord 3 een hele goede partij waarin ze al snel een dodelijke aanval kreeg en materiaal won en het glansrijk afmaakte. Valerie haalde daarmee snel het volgende punt binnen en dat leverde een 2-1 tussenstand op. Op de andere borden was het ook voorspoedig: Sebastiaan stond een kwaliteit voor, Roelof brak door op de koningsvleugel en ik kwam goed uit de opening. Op bord 5 speelde ik zelf, tegen een tegenstander van ongeveer 1450 die om de een of andere reden op bord 5 was geplaatst. Ik debuteerde mijn Taimanov-Siciliaan in de externe (ik ben overgestapt van de Caro-Kann naar de Taimanov als respons op e4), en mijn tegenstander vond het wel een goed idee om op zet 5 van de Taimanov op c6 te slaan. Ik zei bedankt en verkreeg zo veel controle over het centrum; ik kon zelfs d5 spelen in deze Siciliaan! Ik bouwde mijn partij goed op, maar uiteindelijk kon ik door de uitvoering er net geen voordeel uit halen (alhoewel ik de hele partij wel iets beter stond), en kreeg remise aangeboden. Ik nam dit remiseaanbod aan, wetende dat Sebastiaan en Roelof beter stonden en ik zelf wat achter stond in tijd (jullie lezen het goed). Wellicht had er meer in gezeten, maar dit was een halfje voor het team. Analyse achteraf leerde dat de eindstelling vrij complex was en het remiseaanbod aannemen dus te billijken was. Alles voor het kampioenschap! Op bord 4 stond Sebastiaan inmiddels veel materiaal voor, maar om het kampioenschap binnen te halen was een gelijkspel nodig en dus bood Sebas remise aan, wat de tegenstander uiteindelijk aannam: 3-2. Dit bezegelde het kampioenschap) Roelof liet op bord 6 nog na snel de winst te pakken, maar na veel puffen, zuchten en kreunen (ondanks dat we al kampioen waren) zette hij de kers op de spreekwoordelijke taart en bezorgde ons de 4-2 overwinning. Het moge duidelijk zijn dat Rijswijk 4 met de versterkingen van dit seizoen een goed resultaat heeft geboekt door hoger geachte teams qua rating achter zich te laten. Zelfs de reglementaire 6-0 overwinning van Voorburg kwam te laat; zij eindigen als tweede achter ons. De Scheve Toren wordt derde, vierde is dan DSC en Wassenaar eindigt onderaan. Het kampioenschap betekent ook dat wij verzekerd zijn van promotie naar de derde klasse, waarin we met acht spelers aan zullen treden volgend jaar. Het is dan te hopen dat we een goed team samen kunnen stellen waarmee we in de derde klasse degradatie kunnen ontlopen. Uiteindelijk kunnen we voor Rijswijk 4 spreken van een zeer succesvol jaar, waarin we niet bepaald verwachtten om kampioen te worden, maar dat gaandeweg uiteindelijk wel duidelijk werd dat dat binnen onze mogelijkheden lag. Er rest me dan ook niks anders om alle succesvolle leden van dit team te bedanken voor hun inzet, ook de invallers die hebben gespeeld in dit team: kapitein Peter Ketting, Sebastiaan Ketting, Valerie Janssen, Roelof van Marle, Jan Kommer, Mireille Rubert en de invallers Wim Veerkamp en Yuri Hauser. Zonder jullie was dit huzarenstukje niet gelukt! Ik verwacht nog een stukje te schrijven over het algehele seizoen voor het clubblad. Hierin worden de wedstrijden nader bekeken. Een wetenswaardigheidje verklap ik echter alvast: onze topscorer is Valerie met 5 uit 6! Ik groet u vanuit Rijwsijk, Joanna van Schaïk
1 april 2019 DSC 8 – SGR 4 2-4
Het zal je maar gebeuren.
Speel je je eerste externe partij, in het 4e team.
Deze wedstrijd moet het team winnen om kans op het kampioenschap te houden.
Moet je op bord 3 spelen.
Wordt het 3-2 voor SGR 4 en jij speelt nog als enige. Winst of remise is dus nodig om de wedstrijd als team te kunnen winnen.
Heb je een tegenstander die vreselijk precies is met de regels. Heb je ook nog best een lastige stelling om te winnen. O.a. 2 torens van je zelf tegen drie lichte stukken van je tegenstander.
En wat doet onze debutant?
Precies, hij wint zijn partij en daarmee de wedstrijd voor SGR 4. Grote klasse.
Voordat Yuri dit huzarenstukje verrichtte, was er natuurlijk weer van alles gebeurd.
Peter K. op bord 5 was als eerste klaar. Vanaf het begin van de partij zette hij zijn tegenstander onder druk, waaronder deze prompt bezweek. Peter kreeg de dame te pakken en het eerste punt.
Bij Sebastiaan op bord 1 moet in het begin het nodige verkeerd zijn gegaan. Toen ik binnen kwam stond hij dik achter. Hij spartelde nog flink tegen, maar verlies kon hij niet meer voorkomen.
Mireille op bord 6 raakte in het begin een kwaliteit kwijt. Haar tegenstander buitte dit bekwaam uit en via de koningsvleugel werd de stelling van Mireille opgerold.
Valerie op bord 2 veroverde de beide lopers van haar tegenstander en hoefde daar een pion en een paard voor terug te geven. Voordeel dus. Rustig ging Valerie verder en bouwde dit voordeel gewoon uit tot een winstpartij.
Roelof zat op bord 4. In het begin had hij een pion voorsprong maar weinig ontwikkelde stukken. De tegenstander kon daardoor de nodige druk op het middenveld zetten. Helaas voor hem deed hij ook een dame in de aanbieding. Roelof had echter nog erg veel moeite om de partij uit te maken, tot schrik van zijn medespelers. Uiteindelijk lukte het toch en stond zijn tegenstander mat. Nog ff stap 1 doen Roelof.
Kortom 3-2 voor ons met Yuri nog aan het spelen. De uitkomst is bekend.
Het vierde staat nu weer bovenaan met een wedstrijd tegen Scheve Toren te spelen. Als we winnen of gelijk spelen zijn wij kampioen. Verliezen we, zelfs met kleinst mogelijke verschil is het Scheve Toren door onderling resultaat (bordpunten zijn dan gelijk) of Voorburg als die met groot verschil van Wassenaar winnen. Dat zal ons dan een biet zijn.
jan kommer
Zaterdag 16 maart speelde Rijswijk 2 de thuiswedstrijd tegen de DD 3, een belangrijke wedstrijd, want vooraf was behoud van de 4e klasse van de KNSB nog niet zeker. De wedstrijd begon met enige onrust, volgens planning zou 12.00 het aanvangstijdstip zijn, maar ondanks het feit dat dit luid en duidelijk richting de wedstrijdleiding van de tegenpartij gecommuniceerd was, was dit in de overvloed en chaos van Whatsapp-, Instagram-, Snapchat- en Facebookberichten (krabbels op Hyves bestaan niet meer) in het digitale luchtledige beland.
De wedstrijdleider was echter soepel, de klok ging pas om 12.20 aan, en nadat alles spelers van de tegenstander een voor een binnengedruppeld waren zat iedereen om 13.00 achter het bord, met dus een forste tijdvoorsprong op de klok voor de Rijswijk-spelers. In korte tijd waren er al een paar beslissingen te noteren, Henk liet de dame van zijn tegenstander binnenkomen en kon al snel de koning neerleggen. Hans van Oortmarssen had een makkelijke middag, na een Leningrader stond het na 17 zetten als volgt:
Stockfish geeft met -0,65 aan dat zwart beter staat. Wit speelde 18. Db5. Na 19… Lxd4 verliest zwart minstens een kwaliteit omdat na 20. Pxd4 Dxb5 zwart op d2 een vork heeft. Wit maakte het nog ergen door 20. Dxb6 te spelen. Zwart slaat met de loper op d4 de pion op e3 met schaak en heeft een stuk en een pion gewonnen.
Bauke kon deze keer niet het krachtige spel laten zien dat we van hem gewend zijn, voor de wedstrijd (en ook tussen de zetten door?) was hij nog druk bezig in het centrum van Rijswijk te flyeren voor de partij, en ja, schaken blijft natuurlijk wel een sport van aandacht en concentratie, en moest deze keer dan ook snel het hoofd buigen.
Bart van Zijll zette zijn opening weer rustig op, maar het werd binnen een paar zetten een scherpe partij. Bart hield het hoofd koel een pakte de kwaliteit en de pionnen die zijn tegenstander in de aanbieding deed en kon op zet veertig een overwinning aantekenen.
Hendrik met wit (die in de prelude had laten weten dat de oplossing van het C02-probleem vanuit een andere hoek moest komen dan Baukes oplossing.) had flinke druk op de zwarte koningstelling, in wederzijdse tijdnood was op een moment zelfs even mat in 2 voor Hendrik een mogelijkheid, toen deze mogelijkheid voorbij was werd er nog even om en om remise aangeboden en geweigerd, waarna alsnog de vrede getekend werd.
Bas van der Berg met zwart had een moeilijke middag en stond hele middag met de rug tegen de muur, op het laatst leek er nog een schwindel in te zitten toen zijn toren en loper veld g2 onder vuur namen, maar zijn tegenstander wist koel het gevaar te neutraliseren.
Harry aan bord 1 met zwart wist al snel een voordeel te bereiken en materiaal te winnen. Toen er ook nog 2 torens van hem op de 2e rij kwamen was er geen houden meer aan, wit probeerde nog wat mat-truckjes maar de zwarte koning kon gemakkelijk de vrije ruimte in wandelen.
Met een stand van 3½ - 3½ was het dus aan Atze, echt hoopvol zag het er niet uit, twee pionnen minder, onder druk, een tegenstander die verbeten op winst speelde. Na de tijdcontrole deed Atzes
tegenstander wat mindere zetten maar zijn slechtste zet was in onderstaande stelling: Lg7-c3.
Oeps… Plotseling kan wit na Db8+ Kg7 zowel met Df8 als Lf8 mat in 2 geven. Atze hield de spanning er nog even in door nog rustig 10 minuten na te denken voor het met Lf8 uit te maken en hiermee de overwinning binnen te slepen.